België in Europese kopgroep bouw windenergie
In 2017 werd in Europa een record van 15,7 GW bijkomende windenergie capaciteit gebouwd. Dat blijkt uit de jaarcijfers van WindEurope, de Europese windenergieorganisatie waartoe ook de Vlaamse Windenergie Associatie VWEA behoort.
Het aantal nieuwe windparken ligt twintig procent hoger dan wat in 2016 werd gebouwd en overschrijdt daarmee ook het vorige record van 2015, dat op 12,8 GW lag. De windcapaciteit op land groeide met 12,6 GW en op zee met 3,1 GW. Zeven EU-lidstaten telden een recordjaar in nieuwe windenergie-installaties: Duitsland (6,6 GW), het Verenigd Koninkrijk (4,3 GW), Frankrijk (1,7 GW), Finland (577 MW), België (476 MW), Ierland (426 MW) en Kroatië (147 MW).
Vleemo zorgde voor acht nieuwe windturbines in 2017, goed voor een bijkomend vermogen van 24 MW. Ook partnerbedrijf Wind aan de Stroom deed een duit in het zakje met vier nieuwe turbines, goed voor een vermogen van 12 MW.
Wind bedroeg 55 procent van alle nieuwe elektriciteitsopwekkingsinstallaties in 2017. Hernieuwbare energie nam in de EU nagenoeg alle nieuwe stroominstallaties voor zijn rekening in 2017: 24,1 GW op een totaal van 28,5 GW.
Windenergie in Europa heeft nu een totaal geïnstalleerde capaciteit van 169 GW: 153 GW op land en 16 GW op zee (offshore). Duitsland blijft het land met de grootste capaciteit aan windenergie (56 GW), gevolgd door Spanje (23 GW), het Verenigd Koninkrijk (19 GW) en Frankrijk (14 GW). Met een aandeel van achttien procent blijft wind de tweede grootste vorm van stroomopwekkingscapaciteit in Europa en nadert zo op aardgas als krachtbron. Windenergie produceerde 336 TWh in 2017, goed voor twaalf procent van de elektriciteitsvraag in Europa. In Duitsland leverde windenergie twintig procent, in Denemarken 44 procent en in Ierland en Portugal 24 procent van het elektriciteitsverbruik.
Volgens WindEurope zijn de vooruitzichten in Europa ondanks de recordcijfers minder rooskleurig. De voornaamste oorzaak is de onduidelijkheid in de ambities van regeringen inzake hernieuwbare energie na 2020. Landen moeten nu reeds klaarheid scheppen over hoeveel windenergie ze in de toekomst willen. Duidelijke plannen zorgen voor de nodige impulsen voor de windsector, zodat er verder ontwikkeld kan worden. Dit zorgt bovendien voor een bijkomende kostendaling en zo weten netbeheerders dat ze hun infrastructuur verder kunnen uitbouwen.
In het kader van het Belgische Energiepact 2030 stelt VWEA dat de al gebouwde windcapaciteit moet verdubbelen. “Bij constant beleid is dat een realistische ambitie”, stelt Bart Bode, directeur van VWEA. “Zeker omdat nieuwe windturbines veel krachtiger zijn dan de types turbines die we de voorbije tien jaar bouwden. In 2015 bouwden we in Vlaanderen 85 turbines met een totaal vermogen van 205 MW; in 2017 bouwden we tachtig turbines, maar met een totaal vermogen van 226 MW”, verklaart Bode. De sector staat klaar om haar bijdrage aan de Belgische en Europese energietransitie verder te realiseren.
Een uitgebreid verslag van de jaarcijfers 2017 van WindEurope, vindt u via onderstaande link: