Skip to main content

Tegen zon en wind is geen kruid gewassen

| De Standaard | Nieuws

Hernieuwbare energie brak ook vorig jaar weer alle records. Toch werd er een kwart minder in geïnvesteerd. Dat is geweldig nieuws.

Vorig jaar werd er wereldwijd 161 gigawatt extra capaciteit uit hernieuwbare energiebronnen geïnstalleerd. Er kwam 9 procent capaciteit bij, een nieuw record. Opmerkelijk is dat er tegelijk een kwart minder geld in hernieuwbare energie werd gepompt: slechts 242 miljard dollar, 23 procent minder dan in 2015. Dat kan maar op één ding wijzen: hernieuwbare energie is veel goedkoper geworden.

'In veel regio's wereldwijd is hernieuwbaar nu de goedkoopste vorm van nieuw geïnstalleerde energieproductie, dankzij de snel dalende installatiekosten en de uitbatingskosten die nul zijn.' Dat staat in het jaarlijkse rapport van REN21, een organisatie die zich jaar na jaar buigt over de stand van de hernieuwbare energie.

'Traditionele installaties beginnen hun economisch voordeel kwijt te spelen en zullen niet meer de eerste keuze zijn om energie aan te leveren', voorspelt het rapport. Het verwijst naar recente deals in Denemarken, Egypte, India, Mexico, Peru en de VAE, waar elektriciteit uit hernieuwbare bronnen 5 dollarcent per kilowattuur of zelfs minder kost. 'Een stuk onder de kostprijs van fossiele brandstoffen of kernenergie in die landen.'

'Niet naïef'

'Dit zijn geen cijfers van naïeve, hoopvolle wetenschappers', zegt professor Ronnie Belmans, hoofd van het onderzoeksinstituut EnergyVille. 'Dit klopt gewoon.' Hij verwijst naar de val van de prijzen van windenergie van offshore windmolenparken.

Krijgen de uitbaters van die parken voor de Belgische kust nu nog 120 euro per megawattuur elektriciteit, dan zijn de prijzen bij latere projecten in Nederland en Denemarken al gehalveerd. 'En in Duitsland komt er zelfs een project met 0 euro steun', zegt Belmans. Die prijsval komt er door technologische vooruitgang en doordat het bouwen van windmolenparken intussen lang geen risicovolle onderneming meer is.

Point of no return

Ook de kostprijs van zonne-energie is flink gedaald. 'Had je tien jaar geleden gezegd dat zonnepanelen zo goedkoop zouden worden, iedereen had je gek verklaard', zegt Belmans. Hij beaamt de stelling van het rapport: de 'point of no return' naar hernieuwbare energie is bereikt, fossiele brandstoffen zijn een aflopend verhaal.

'Hun economisch voordeel smelt weg', klinkt het. De beslissing van de Amerikaanse president Donald Trump om opnieuw voor steenkool te kiezen, ten koste van hernieuwbare energie, getuigt volgens Belmans van een volledig achterhaalde economische logica.

Maar wat als de zon niet schijnt en de wind niet waait? Volgens het rapport is dat een irrationele angst geworden. Het verwijst naar Denemarken en Duitsland, die in 2016 pieken van de elektriciteitsvraag van 140 en 86,3 procent probleemloos konden opvangen met hernieuwbare energiebronnen.

Technologieën zoals opslagsystemen, warmtepompen en elektrische wagens moeten in de toekomst ook druk van de ketel halen, net zoals een verregaande interconnectie van elektriciteitsnetten. 'Daar is een sterke Europese integratie nodig', zegt Sara Van Dyck van Bond Beter Leefmilieu. 'Als het hier niet waait, dan waait het misschien wel ergens midden op de Noordzee. Dan kan die elektriciteit hier worden geïmporteerd.'

Volgens Belmans zullen in de toekomst ook 'heel weinig gebruikte' gascentrales de dipjes in de hernieuwbare productie opvangen.

Veruit de grootste trekker van de hernieuwbare revolutie is China. Acht jaar op rij al staat het land op de eerste plaats als grootste investeerder in hernieuwbare energie. Peking is vastbesloten zijn sterk vervuilende economie te vergroenen. In 2016 daalden de Chinese investeringen wel met 32 procent tot 78,3 miljard dollar. Maar het land is nog steeds de beste van de klas. Daarna volgen de VS, het Verenigd Koninkrijk, Japan en Duitsland.

De Europese Unie pompte bijna 60 miljard dollar in hernieuwbare energie. Het gros daarvan, zo'n 40 miljard, ging naar windenergie. Het VK en Duitsland zijn de landen die het meest investeren, met respectievelijk 24 en 13,2 miljard dollar.

Nog een lange weg te gaan

Maar berg die confetti nog even op, want we zijn er nog lang niet. Sinds 2015 maakt hernieuwbaar zo'n 20 procent van de wereldwijde energieconsumptie uit. Er moet met andere woorden nog een stevig gat worden dichtgereden. En ook al zijn de investeringen in hernieuwbare energie het dubbele van die in fossiele energiebronnen, toch volstaat dat volgens REN21 niet om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen.

Bovendien worden de grote sprongen voorwaarts nu vooral gemaakt in de elektriciteitsproductie, terwijl het bij verwarming en transport een stuk minder snel gaat. 'Die sectoren hinken achterop', klinkt het. 'Daar moeten we nog een tandje bijsteken', zegt ook Van Dyck. 'Zo moeten we hier in België afstappen van het vele stookoliegebruik en moet op termijn ook gas een uitdovend verhaal worden. Zoals in Nederland al aan het gebeuren is.'

'Investeringen zijn nu vooral gericht op zonne- en windenergie', klinkt het in het verslag. 'Maar om de opwarming van de aarde onder 2 graden te houden, moeten álle technologieën voor hernieuwbare energie worden gebruikt.'